“Als je het lawaai van de wereld gelooft in plaats van de stiltes van je ziel, zul je verloren zijn.”
Neale Donald Walsch
Winter, België, februari 2016
Beste vrienden,
Allereerst wens ik jullie nogmaals een prachtig, vervullend en gezond 2025 toe, met veel schoonheid, geluk, liefde, hoop, en alle goede dingen des levens gedeeld met jullie naasten en geliefden. En ook, zoals ik vorige week al gewenst had, véél stilte dus.
Ik wilde het nieuwe jaar inzetten met nog wat gedachten rond die stilte, en wat die betekent voor mij.
Ikzelf heb stilte alleszins heel erg nodig, en zoek die al een leven lang graag op.
Nu ik me al enkele jaren voortdurend bezig houd met de ecologische ‘meta-crisis’, vragen mensen me wel eens of ik daar niet depressief van wordt.
Het antwoord daarop is: absoluut niet. Erg verdrietig soms, dat wel, maar nooit depressief of wanhopig. Eén van de dingen waar ik altijd energie, hoop en inspiratie uit haal (naast de natuur en de levende planeet zelf), is de stilte.
Dat is eigenlijk nooit anders geweest. Ook als schilder hield ik van de stilte in mijn atelier. Ik luisterde nooit naar muziek als ik urenlang schilderde of tekende, enkel uitzonderlijk als ik aan het klussen was of schilderdoeken opspande. Maar verder was de stilte in mijn 30-jarige atelierpraktijk heel belangrijk. Muziek zou daar teveel van een andersoortige energie in gebracht hebben, en zou mijn focus niet ten goede gekomen zijn. Ik heb die stilte ook nooit ofte nimmer saai, bedrukkend of bedreigend gevonden, integendeel, ik vond het een heel belangrijk en voedend aspect van mijn atelierpraktijk, aangezien ik stilte altijd heb aangevoeld als iets dat vol energie en potentieel is, zoals ik vorige week al aangaf.
Ook in het dagelijkse leven heb ik met de jaren steeds meer stilte geïntroduceerd. Ik ben al zo’n kwart eeuw geleden opgehouden met het luisteren naar de radio, ik kijk al even lang geen televisie meer, en ik lees ook geen papieren kranten. We kijken soms wel eens een film of serie op een streaming-dienst, en ik luister met periodes naar muziek. Maar de dingen die we ‘radio’ of ‘televisie’ noemen zijn enigszins anders van aard naar mijn gevoel, in de mate waarin ze voortdurend een bepaalde beeld van onze samenleving als ‘werkelijk’ naar voor schuiven, maar uiteindelijk heel veel ‘noise’ bevatten, ‘ruis’ die weinig echte informatie brengt. Niet dat er niets interessants te zien of te horen is op radio of televisie, integendeel. Maar de interessante dingen die op die platforms ook te zien of te horen zijn maken deel uit van een constante stroom van ongedifferentieerde, luidruchtige en vaak irrelevante ‘data- input’, een stroom die voor mij teveel was en me het gevoel gaf bekneld te worden door die steeds terugkerende patronen van informatie die anders van aard waren dan de informatie waar ik toen (én nu) behoefte aan had, en die ik dus wél vond én vind in de stilte.
En radio en televisie zijn, net als de gedrukte pers, ook krachtige feedback-loops die ons collectieve verhaal constant bevestigen. In zekere zin vormt het hele eco-systeem van radio, televisie en kranten een soort echo-kamer, die voortdurend een wereldbeeld bekrachtigt, en dat wereldbeeld op een indringende manier aanwezig houdt in onze collectieve ruimte. Door de alomtegenwoordigheid van dat verhaal wordt het makkelijk te vergeten dat er ook heel andere verhalen en gezichtspunten mogelijk zijn, en dat ons huidige collectieve verhaal niet noodzakelijk een accurate weergave van de realiteit is. Het maakt daarbij overigens niet uit of het over ‘linkse’ of ‘rechtse’ mediakanalen gaat, of over ‘conservatief’ of ‘progressief’, want als je genoeg afstand neemt en ze bekijkt door een bredere lens, dan ga je merken dat die media eigenlijk op een bepaald niveau allemaal hetzelfde wereldbeeld bekrachtigen. Maar daarover een andere keer meer, want daar valt nog heel wat over te zeggen.
Ons collectieve verhaal zoals dat tot uiting komt in onze media, is dus een tijdsgebonden reflectie van een tijdsgebonden wereldbeeld, en dat heeft goede kanten en minder goede kanten. Dat verhaal evolueert weliswaar, en moet ook evolueren, en media kunnen een heel positieve rol spelen in die evoluerende maatschappelijke dialoog, maar de wording van een nieuw en noodzakelijkerwijs héél ander wereldbeeld wordt in zekere zin ook belemmerd door de voortdurende overweldigende aanwezigheid van dat huidige collectieve verhaal via zovele media-kanalen. En die overweldigende aanwezigheid kan ook een hindernis zijn in het contact houden met onszelf (en met de stilte), of in het verkennen van eigen nieuwe wegen inzake verbeelding, creatieve energie of intuïtie. Tenminste, zo ervaarde ik dat toch heel vaak, reden waarom ik er dus een kwart-eeuw geleden afscheid van heb genomen. En ook op mijn huidige pad is het nodig om enige afstand te houden van dat huidige collectieve verhaal (en het wereldbeeld waarvan het een expressie is) zoals het door onze media bekrachtigd wordt, net omdat ik àndere mogelijke verhalen aan het verkennen ben. (Zie de Mijmering ‘Wat is je verhaal?’)
Ik had en heb een soort ‘verhaal-stilte’ nodig, die ruimte creëert voor het horen van de andere mogelijke verhalen over onze wereld die nu buiten beschouwing blijven, en over een mogelijke andere wereld die ons wacht en die waarschijnlijk héél anders zal zijn dan we ons nu kunnen voorstellen. En ik ervaar die ‘verhaal-stilte’ als iets héél voedend en gezond, en ik zou jullie dan ook heel erg willen aanbevelen om regelmatig zo’n ‘media-stiltes’ aan te houden, periodes waarin je je weinig of niet blootstelt aan de constante en alomtegenwoordige stroom van journaals, praatprogramma’s, spelprogramma’s, reality-shows, quizprogramma’s, enzoverder.
Gewoon om stilte toe te laten, waarin mogelijk die àndere, meer universele vorm van informatie weer meer kan doorsijpelen. Stilte waarin je je eigen wortels weer sterker kan voelen, of waarin je jezelf eraan kan herinneren dat al die dingen die je in de media ziet en hoort slechts één verhaallijn vertegenwoordigen, en maar een beperkt spectrum van alle mogelijke interpretaties van de wereld tonen. Maar dat kan dus een bepaalde mate van discipline vragen, zoals Thich Nhat Han al zei. Want als je de televisie of radio even uitzet, lonkt de smartphone of de laptop al, kun je door je Facebook newsfeed gaan scrollen, of Instagram even checken.
Die afstand van de media-drukte is ook weldoend om niet te verdrinken in het slechte nieuws dat zo prominent aanwezig is in onze media. Want de aanhoudende focus op oorlog, geweld en ellende, kunnen het gevoel geven dat er écht geen hoop is, en dat alles alleen maar erger kan worden. En dat is niet zo, kan ik je vertellen. Overal ter wereld gebeuren er elke dag wonderlijke dingen die een andere en mooiere wereld al aankondigen, en zijn miljoenen mensen bezig met de kiemen te zaaien van die nieuwe wereld. Er is veel reden tot hoop, maar veel van die processen blijven nog onder de radar van de media. Goed nieuws is vaak geen nieuws.
Maar de mooiere wereld wacht ons niet op het pad waar onze mondiale industriële machine (het ‘superorganisme’ zoals Nate Hagens die noemt) zich nu op bevindt, en om de richting van andere mogelijke paden te beginnen vermoeden, hebben we òòk veel stilte nodig.
De informatie die in de stilte vervat zit, lijkt me essentieel om ons centrum te bewaren in deze tijden die steeds meer beginnen te lijken op een ineenstorting van onze gedeelde realiteit en collectieve verhaal, en de in toenemende mate psychotisch aandoende intenties van veel natiestaten en samenlevingen die wel gebrand lijken op destructie én zelf-destructie.
Ik steek overigens niet mijn hoofd in het zand wat de prangende problemen van de wereld, de ongelijkheid, de oorlogen, het lot van de toenemende stroom vluchtelingen, en natuurlijk de ecologische meta-crisis betreft. Ik volg wel degelijk het nieuws, maar dan selectief en sterk afgebakend. Ik heb een aantal digitale abonnementen op wereldmedia als The Guardian en The New York Times, en ik volg online veel andere alternatieve media én sociale media om verschillende gezichtspunten te blijven ervaren. En ook voor de research voor A Biosphere Project volg ik uiteraard veel nieuwskanalen, vooral online en vooral gespecialiseerde media dan. Maar ik doseer mijn blootstelling daaraan zorgvuldig (of tenminste, dat probeer ik want soms loopt het voor mij ook nog mis). Over heel het onderwerp van media en onze omgang daarmee wil ik binnenkort wat meer delen, want het is een belangrijk punt: informatie is een essentiële vormgevende energie, waar we vaak gedachteloos en ‘op automatische piloot’ mee omgaan, ons overleverend aan de dynamiek van keuzes die voor ons worden gemaakt door redacties, ‘opiniemakers’ of algoritmes.
Dus ‘media-stilte’ is wat mij betreft een héél belangrijke vorm van stilte, misschien wel een van de belangrijkste in deze tijd. Jazeker, er wachten ons vele uitdagingen en crisissen, niet in het minst de biosfeer-crisis waarmee alle levensvormen op deze planeet zich geconfronteerd zien.
Maar de stilte brengt altijd troost, energie en informatie van een andere soort en rangorde. Informatie die we evenzeer of méér nodig hebben. Informatie die geen eindredacteur heeft, geen politieke of levensbeschouwelijke overtuiging, geen identificatie met nationaliteit of ras of gender.
Informatie die we kunnen toelaten of niet, die keuze is aan ons. Maar misschien is het wel onze verantwoordelijkheid om te luisteren naar wat de stilte ons influistert. Zoals de grote Rainer Maria Rilke zei in het citaat van vorige week: “Het is onze taak om te luisteren naar het nieuws dat altijd aankomt vanuit de stilte.”
Volgende week deel ik graag nog een paar gedachten over de rol die meditatie in mijn leven speelt, nu al zo’n vijftien jaar lang. En meditatie en stilte zijn natuurlijk naaste verwanten.
Bedankt voor het lezen, en tot de volgende aflevering,
Het ga jullie goed,
Filip